De eerste gereformeerde kerk had een klok. Een klein klokje dat hing in het torentje van het kleine kerkje. Dit gietijzeren klokje is bewaard gebleven. Stond het eerst in de toren, later werd het afgestaan aan het museum.De kleine kerk kreeg een grote klok. Deze deed dienst tot 1943. Toen werd de klok door de Duitsers gevorderd en omgesmolten tot oorlogsmetaal. In 1947 werd een nieuwe klok gegoten. Het opschrift herinnert er aan: ” DE OUDE ONTNAM ONS DE DUITSE TIRAN. ONDER GODES ZEGEN, WERD DEZE VERKREGEN.”Toen de toren in slechte staat kwam te verkeren, zweeg de klokkenklank. In de, nieuwgebouwde, Petrakerk kreeg deze klok een plaats in de toren. En de Bethel zweeg…
Tot in de jaren tachtig. Er werd een actiegroep opgericht: DE BETHEL LUIDT WEER!Gelden werden ingezameld. Acties gehouden. En er kwamen gelden bij elkaar. Maar de toren was toch in slechte conditie? Ja, maar daar was een creatieve oplossing –zijn Urkers sterk in- voor bedacht. Het geluid werd via geluidsboxen, die in de toren waren opgehangen, voortgebracht. Via een grote Revox bandrecorder werd het geluid, van de opgenomen katholieke klokkenklanken (van de grote DOM in Sint Nicolaasga) doorgegeven. Het was zelfs mogelijk om muziek over het dorp te laten klinken. Op feestdagen gebeurde dat ook. Schitterende koren zongen… Zo echt zelfs dat toeristen, die de Kerstdagen op Urk doorbrachten, dachten dat ze de engelen hadden horen zingen
Maar toch was het volgens het comité surrogaat. Hun acties gingen door. De toren werd verstevigd en bij Petit en Fritsen, de Koninklijke klokkengieterij in Aarle Rixtel, werd een nieuwe bronzen klok besteld. Deze roept nog steeds de mensen ter kerke. Ook op de woensdagavonden in de zomer.
Het verhaal van een klok
- Kerken
- Sunday, 24 June 2007
- Super User
- Hits: 7752 Afdrukken E-mailadres