
Zingen en getuigen
Mijn liefde voor Urk heeft alles te maken met zingen. Het begon toen ik als 18-jarige voor het eerst een grammofoonplaat hoorde met gemeentezang uit de Petrakerk.
Diep was ik onder de indruk van het stoere psalmgezang onder de bezielende begeleiding van organist Meindert W. Kramer. Overal in ons land wordt gezongen, maar nergens zo als op Urk….Van het vakantiegeld dat ik verdiende na het behalen van mijn H.B.O.-diploma kocht ik meteen alle platen die uitgebracht waren door het comité “Gemeentezang” te Urk. Ik draaide ze grijs: De “Psalmen in de nacht” en de “Lofzangen Sions”en “Op weg naar Zoar”.
Toen ik dan ook eenmaal in Kampen studeerde ging ik wel eens op Urk naar de kerk- vooral om het zingen. Zo herinner ik mij een Hemelvaartsdag waarop ik met mijn latere collega Posthumus op de fiets naar de Bethelkerk ging -nog onbewust van het feit dat wij samen later de Gereformeerde kerk van Urk zolang als predikant zouden dienen….
Ook logeerde ik in de adventstijd van 1969 eens bij een studievriend in Friesland, speciaal om op zaterdag 13 december het kerstconcert bij te wonen dat het Chr. Urker Visserkoor Crescendo zou geven in de Gereformeerde Kerk te Zwagerveen. De spreker was die avond de bekende dominee/dichter Jaap Zijlstra, destijds predikant te Duurswoude. Ik herinner mij nog hoe hij in zijn toespraak vertelde dat een Romeins geschiedschrijver rond het begin van onze jaartelling eens schreef: “Frisia non cantat” hetgeen zoiets betekent als: “De Friezen zingen niet”. Nu, die avond zongen de Friezen wèl: o.a. het door de spreker gemaakte lied “Wij leven van de wind”.
Maar vooral de Urkers zongen, onder leiding van hun dirigent Jan Zwanepol. Als Urkers zingen is het net of je er iets in hoort van de oerkracht van bruisende golven. In de jaren dat ik op Urk stond (1979-2007) heb ik daar vaak verwonderd naar geluisterd. Het mooiste klonk het als je soms de heldere stemmen van de kinderen er boven uit hoorde.
Sinds dit voorjaar sta ik weer in mijn eerste gemeente: Arnemuiden. We hebben het er fijn, maar eerlijk gezegd: Zeeuwen zingen niet zo krachtig en zo luid als de Urkers- hoewel ook hier een vissersvolk woont…
Maar het belangrijkste van het zingen is niet het volume of de graad van zuiverheid. Zou het er niet vooral omgaan met ons hárt te zingen!! Wat dat betreft vergeet ik nooit wat één van mijn ouderlingen (helaas al lang overleden) eens tegen me zei. Hij zat op Crescendo. Dat betekende: na een drukke week op zaterdagmiddag al met de bus mee om ergens in ons vaderland te gaan optreden. Soms ging het koor heel ver weg (tot in Zeeland toe) en kwamen ze pas tegen middernacht weer thuis.
Toen ik veronderstelde dat hij dat deed omdat hij zo van zingen hield, zei hij iets dat ik nooit vergeten ben: “Ik doe het om van mijn geloof te getuigen”.
Zo hoop ik dat de Bethelkerk ook dit jaar weer alle avonden vol zal zitten: met mensen die van zingen houden, ja, maar vooral met mensen die van de Heiland houden! Mensen die zeggen kunnen: “k Heb geloofd en dáárom zing ik!”
Ds. C. Bijman