
Op Prinsjesdag hebben we in de Ridderzaal de hoedenparade van de dames weer kunnen bewonderen.
PASSEND BEOORDELEN
Op Prinsjesdag hebben we in de Ridderzaal de hoedenparade van de dames weer kunnen bewonderen. Een stijlvol gebeuren dat met de gouden koets en de gala-uniformen iets van een sprookje krijgt. Een hoedenontwerper zal weten welke combinaties passend zijn, maar ik twijfel er wel eens aan als ik boven een smal gezicht iets ter grootte van een vliegdekschip zie hangen en een forse gestalte moeizaam door een notendopje bedekt wordt. Smaken verschillen en wat de één siert misstaat de ander. Een hoed dragen is tijdens de troonrede niet verplicht, hoewel men als vrouw zonder deze bedekking uit de toon valt. Gelukkig wordt men zonder gedekt hoofd er wel geaccepteerd en is het respect er niet minder om.Als op een uitnodiging “jasje-dasje”staat vermeld, dan houd ik me in de regel aan dit verzoek. Minder vriendelijk vind ik het als een uiterlijk vertoon afgedwongen wordt en men afwijzend reageert, ja zelf buitengesloten wordt, omdat men niet helemaal gekleed is naar wat gangbaar is bij een bepaalde groep. Een afwijzing die ook plaatsvindt op scholen en soms in kerken. Wie zich niet aan een bepaalde modetrend houdt of geen merkkleding draagt, valt buiten de boot. Over passende kleding kan men verschillend denken. Kleren maken de man of de vrouw, maar de verpakking (gewaad en gelaat) garandeert niet altijd de inhoud. Vooroordelen in onze samenleving ontstaan gemakkelijk en lijden een hardnekkig bestaan. Uit Nazareth kan niets goeds voortkomen. Als men uit een bepaalde bevolkingsgroep komt, krijgt iemand, zonder dat men hem of haar kent, een etiket opgeplakt. De naam van de woonplaats op een boot is voor bepaalde mensen al genoeg om voor visfraudeur te worden uitgemaakt. Ook onder kerkleden kan men geluiden horen waarmee ze pretenderen alleen normen en waarden te hebben en de buitenkerkelijke het daarmee niet zo nauw neemt. Wie meent tot de enig ware kerk te behoren, zal vanuit dit isolement niet gauw tot een gelijkwaardig gesprek met een ander komen. Als in Opsporing Verzocht de daders hun identiteit steeds weer getint is, bestaat kan het vooroordeel ontstaan dat bijna een hele bevolkingsgroep niet te vertrouwen is. Als men elkaar niet meer vertrouwen kan, waar blijf je dan? Het kan leerzaam zijn als door een pijnlijke vergissing ontdekt, omdat men uitgegaan van uiterlijkheden.
In mijn werk was ik betrokken bij de herinrichting van onze woonwagenkampen. Kleinschalige kampen zouden een betere integratie bevorderen en ook onze gemeente kreeg een aantal standplaatsen toegewezen. De eerste ervaringen waren niet positief en hierdoor kreeg de gehele groep een stempel opgedrukt. Op een keer werden er nieuwe bezoekers aangekondigd en toen men de familie zag aankomen, werd tegen me gezegd: “maak je borst maar nat”. Bij de ontmoeting bleken de iets anders geklede lieden keurige en vriendelijke mensen te zijn. Vooral toen ik de reden van hun bezoek hoorde, schaamde ik mij diep over de negatieve gevoelens die waren ontstaan. Inderdaad, ze kwamen van een woonwagenkamp en hadden een reis van 80 kilometer gemaakt om me te komen bedanken. Ze hadden zelfs iets lekkers meegebracht, omdat ik enige tijd geleden via een wijkverpleegster enkele aanpassingen voor hun gehandicapte zoon had geregeld.
“Aan de zang kent men de vogel en aan de vruchten de boom”, zegt iemand. Juist, want dit zijn onafscheidelijk kenmerken. Maar ten opzichte van bepaalde mensen mag er toch wel een gepast wantrouwen zijn? Hoe weet men dat het passend is? Mensen zien aan wat voor ogen is, maar God ziet het hart aan en dan is er voor schone schijn geen plaats. “Heer die mij ziet zoals ik ben, dieper dan ik mijzelf ooit ken”. Eerlijk voor God zijn, is niet zo gemakkelijk en het brengt een mens als arme en naakte zondaar op de knieën. Goddank ziet Hij ons aan in Christus en daardoor is er genade en vergeving mogelijk. Een bevrijdende ervaring voor falende mensen, die niet langer op hun tenen behoeven te lopen om aan allerlei door mensen ingestelde regeltjes te moeten voldoen om geaccepteerd te worden. Laat uw vriendelijkheid bekend zijn bij alle mensen, dus niet alleen binnen een eng kringetje van gelijkgezinden. Wie zijn eigen hart beziet, veroordeelt zijne broeder niet.
Jaap Bakker